Ambassadeurschap
Wis- en natuurkunde met een groen tintje
Naam: Anna van Briemen (21)
Studie: Land- en Watermanagement, 2e jaar
Minor: Eco-hydrologie
Na mijn mbo-opleiding Onderzoeker Natuur en Milieu wilde ik naar het hbo. Ik vind exacte vakken leuk, maar wilde geen wiskunde of natuurkunde studeren, want dan zit je 24/7 achter een computer. Eigenlijk wilde ik ook niet naar HVHL, want daar werkt mijn moeder. Dus ben ik gaan kijken bij allerlei opleidingen door heel Nederland, maar vond niet wat ik zocht. Ik zocht iets exacts, maar niet te technisch en mét het groene aspect. Toen zei mijn moeder: dan moet je toch echt bij Land- en Watermanagement kijken. Op de open dag heb ik met een docent gesproken en toen heb ik me maar gewoon ingeschreven. Ik heb geen moment spijt gehad, want het past heel goed bij me.
Waarom heb je voor deze opleiding gekozen?
De combinatie van groene en blauwe sector sprak me aan. Het is exact, maar niet te technisch. De opleiding heeft twee afstudeerrichtingen: grond-, weg- en waterbouw en water-management. Er zit veel overlap tussen beide specialisaties. Welke je ook kiest, je hebt altijd met de ander te maken. Stel; een projectontwikkelaar wil bouwen in een weiland, of er is iets met de riolering, dan heb je ook met water te maken. Water raakt alle sectoren, dus je kunt overal terecht en hebt enorm veel baankansen.
Welke specialisatie heb je gekozen?
Normaal loop je in het derde jaar stage en doe je een minor in het vierde jaar. Ik heb het omgedraaid; ik doe eerst mijn minor en loop in het vierde jaar stage. Door corona zijn stages nu niet zoals normaal en doe je veel online. Ik heb liever een echte praktijkervaring, vandaar. Mijn minor is Eco-hydrologie; daarbij kijk je naar de plantjes en dieren die voorkomen in het water. Dit sluit aan bij mijn mbo. Zo kan ik de natuur nog een beetje terugbrengen in het watermanagement.
“Ik zocht iets exacts, maar niet te technisch en mét het groene aspect.”
Wat is het grootste verschil met een mbo-studie?
Mbo was veel meer handjes vasthouden. Er is meer begeleiding en controle. Nu krijg je een opdracht en een deadline. Je kunt hulp krijgen, maar daar moet je zelf om vragen. Het is een omschakeling, maar je wordt daarin goed begeleid. Vooral bij het veldwerk zie ik wel verschil tussen havisten en mbo-doorstromers. Vanuit het mbo heb ik al veel praktijkervaring en weet ik wat ik kan verwachten. Ik zie het als een voordeel om door te stromen vanuit het mbo.
Wat kun je met de opleiding doen?
Wij zitten in zoveel schakels, dat je altijd wel iets kan vinden wat je leuk vindt. Kijk bijvoorbeeld naar klimaatverandering. Mensen zeggen: “de afgelopen tijd heeft het veel geregend, dus de sloten zitten nou toch weer vol?” Maar die beesten die er in zaten, zijn nog steeds dood. En volgend jaar wordt het weer droog. Het duurt lang om zoiets te herstellen, daar kunnen wij een rol in spelen. We leren ook te werken met GIS (Geografisch Informatie Systeem); een programma waarmee je kaarten kunt maken. Kaarten voor bijvoorbeeld grondwater, oppervlaktewater, etc. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hier zelf niet zo goed in ben, maar het is wel belangrijk.
Wat wil je zelf gaan doen in de toekomst?
Ik heb geen droombaan of toekomstbeeld. Eigenlijk kijk ik nooit zover vooruit, eerst mijn studie maar afmaken. Wel ben ik heel blij met mijn keuze. Ik geef ook bijles statistiek en ik ben voorlichter op school. Het is leuk om om anderen te helpen de juiste keuze te maken. Niet dat ze allemaal deze richting moeten doen, maar dat ze iets gaan doen wat bij ze past en wat ze leuk vinden.
Heb je een tip voor oriënterende studenten?
Praat veel met ouders, vrienden, docenten, maar vind tussen al die mening en jouw eigen mening. Dat is lastig, want er zijn veel verschillende opleidingen. Begin met elimineren. Streep de opleidingen weg die je niet leuk vindt, dan kom je vanzelf ergens uit.
De werking van het Geografisch Informatie Systeem (GIS)
Wat is Land- en Watermanagement?
